Midden in de stad, aan de bruisende Haarlemmerstraat, staat één van de belangrijkste nog overgebleven negentiende-eeuwse kerken van Amsterdam. De neogotische Posthoornkerk is met haar drie ranke torens een blikvanger in het stadscentrum.
De Posthoornkerk is de eerste kerk in Amsterdam van P.J.H. Cuypers, die later ook het Centraal Station en het Rijksmuseum zou ontwerpen. De kerk, een kruisbasiliek met driebeukig schip en klaverbladvormige koorpartij, moest op een klein bouwterrein gerealiseerd worden en kreeg daarom twee galerijen boven elkaar. De bouw begon in september 1861. De torens aan de Haarlemmerstraat verrezen in 1887-1889.
De in onbruik geraakte kerk dreigde in de jaren zeventig van de 20ste eeuw gesloopt te worden, maar dit werd dankzij een plan van Stichting de Posthoornkerk voorkomen. In 1989 is de vernieuwde kerk in gebruik genomen. Sindsdien wordt de kerk gebruikt voor bijzondere gelegenheden zoals concerten, lezingen en bruiloften.
Verborgen hotspot: Posthoornkerkkelder. Niet alleen de middenruimte van de kerk wordt gebruikt voor culturele activiteiten. Onder de vloer van de 19e-eeuwse kerk bevindt zich een bijzondere kelder. De verborgen underground hotspot bevat prachtige gewelven en geeft een mysterieuze indruk. Tussen de mooie monumentale elementen van architect Cuypers wordt nu vaak gedanst en feest gevierd. Of architect Cuypers daar nu blij mee geweest zou zijn, is de vraag. Gelukkig kan dit rijksmonument door verhuringen voor feesten en partijen ook in deze tijd blijven bestaan.