Knooppunt van duurzame ontwikkeling. Eind twintigste eeuw ging de Piet Heinkade op de schop. Historische pakhuizen verdwenen, moderne appartementencomplexen en kantoren verschenen. Pakhuis de Zwijger (1933) hield dapper stand, als enige overgebleven pakhuis dat gebouwd is in het interbellum (tussen WO I & II). De Zwijger is betonbouw en een populair voorbeeld van de architectuurstijl ‘zakelijk expressionisme’. Opmerkelijk zijn de draagconstructie van paddenstoelenkolommen en de zogenaamde ‘uitkraging’ boven de fundering voor en achter. In de laatste decennia van de 20e eeuw was er dankzij de kraakbeweging veel culturele activiteit; popmuzikanten waaronder Loïs Lane en Herman Brood hadden er een repetitieruimte. Het gebouw vormt tegenwoordig een in het oog springend knooppunt van de culturele industrie en platform voor duurzame maatschappelijke innovatie. Dat op het dak zeer een vooruitstrevend ontwerp van zonnepanelen het pand voor een deel van energie voorziet, sluit naadloos aan op de rol van De Zwijger als baanbrekende broedplaats. Stadsherstel restaureerde en herbestemde het pand in 2005.