Het Grachtenhuis

Het Grachtenhuis

Het Grachtenhuis

Al in de zeventiende eeuw werd aan de Amsterdamse grachten geld verdiend, kunst gemaakt, feest gevierd en het leven geleefd. In museum Het Grachtenhuis reizen bezoekers via een multimediale tour in 40 minuten door 400 jaar geschiedenis van de beroemde Amsterdamse grachtengordel. In vier fasen tussen 1585 en 1665 groeide Amsterdam explosief, waarmee het een van de spectaculairste stadsuitbreidingen ter wereld is.

Het statige pand aan de Herengracht waarin museum Het Grachtenhuis is gevestigd, werd tussen 1663 en 1665 ontworpen en gebouwd door Philips Vingboons, een vooraanstaand architect van het Hollands Classicisme. Hij deed dat in opdracht van koopman Karel Gerards, die voor de bouw van zijn huis twee aaneengesloten kavels had gekocht. Het huis staat in het bouwblok tussen de Leidsegracht, Keizersgracht en Huidenstraat en is onderdeel van de vierde uitleg van de grachtengordel (vanaf 1660).

Na het overlijden van Karel Gerards werd Herengracht 386 het onderkomen van prominente koophandelaren, kunstenaars, bankiers en architecten. Een van hen was bankier Jan Willink, die het pand in de achttiende eeuw bewoonde. Hij leende samen met een aantal collega’s een grote som geld aan John Adams (die later president van de Verenigde Staten zou worden) voor de onafhankelijkheidsoorlog van Amerika. Willink heeft ook na die oorlog (1775-1790) de Amerikaanse overheid nog jaren gesteund met kredieten en aandelen.

Naast een rijke geschiedenis aan bewoners, heeft Het Grachtenhuis ook drie rijk gedecoreerde stijlkamers. Een daarvan is de Andriessenkamer, vernoemd naar een van Nederlands belangrijkste kunstenaars uit de achttiende eeuw, Jurriaan Andriessen. In opdracht van de Amsterdamse schout Gillis Alewijn maakte Andriessen wandschilderingen van uitgestrekte landschappen met boerderijen voor het pand aan de Herengracht. Het zijn de enige voorbeelden van zijn werk die nog in hetzelfde huis te bewonderen zijn als waar ze voor werden ontworpen.